Kinderdijk – Royal IHC krabbelt op uit het diepe dal. Het maritieme concern noemt de groei van de orderportefeuille ‘bemoedigend’.
Komend vanuit Alblasserdam doemt ie op, net na de flauwe bocht bij Hotel Kinderdijk. De ronde vormen maken van de rood-witte Shanti Sagar 17 een in het oog springend exemplaar. Met een beetje goede wil staat de voor de Indiaase Adani Group gebouwde sleephopperzuiger – die op 31 maart van de helling rolde op de werf in Krimpen aan den IJssel- symbool voor het ‘nieuwe IHC’. En dan te bedenken dat zusterschip Shanti Sagar 18 juli te water gaat.
Na twee zéér turbulente jaren krabbelt de roemruchte scheepsbouwer langzaam op. ,,We gaan de goede kant op”, verklaart Kitty de Hey, directeur Strategie en Communicatie van Royal IHC. ,,Of we alweer gezond zijn? Nee dat niet, we hebben nog wel wat dingen te doen. Maar de ontwikkelingen zijn zeker bemoedigend.”
Herstel
IHC meldt dat in 2017 ongeveer net zoveel orders in de wacht zijn gesleept als in het hele vorige jaar. Het maritieme concern gaat onder meer snijkopzuigers bouwen voor het Papendrechtse Boskalis en Turkmenistan. Of het herstel structureel is, is volgens IHC afwachten.
Eind volgende maand lopen de laatste gedupeerden van de tweede ontslaggolf de werven van Royal IHC uit. In een krappe twee jaar tijd nam het bedrijf afscheid van zo’n 900 vaste krachten. Ook de flexibele schil, in goede tijden meer dan 1.000 man sterk, is drastisch ingekrompen. In Nederland heeft het bedrijf nu nog zo’n 2.200 mensen in dienst, het overgrote deel op de werven in Kinderdijk, Sliedrecht en Krimpen aan den IJssel. Zo’n 500 IHC’ers zijn werkzaam in het buitenland.
Veel van het recent binnengehaalde werk gaat naar het buitenland. IHC geeft aan dat dit noodzakelijk is om opdrachten binnen te halen. ,,Daar gebeurt het werk goedkoper, dat eisen klanten.” Onder de kostprijs toch in Nederland een schip bouwen, is voor IHC ook in slechte tijden geen optie.
Domein
De Hey verzekert dat er ook in Nederland schepen van de helling blijven rollen. Het bedrijf sloot de afgelopen jaren de hellingen in Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam. De twee grootsten, in Krimpen aan den IJssel en Kinderdijk, zijn overgebleven. Het werk aan de voor- en achterkant – het ontwerp en inbedrijfstellen – blijft volgens de communicatiedirecteur helemaal het domein van de Nederlanders. Die zijn daar, heeft IHC zelf ondervonden, toch beter in dan partners in het buitenland.
