Raadslid Saskia Oudshoorn van Stem van Krimpen: ‘Met enige regelmaat worden wij door inwoners aangesproken op de overlast van Nijlganzen. Wij hebben hier bij de gemeente al meerdere malen de aandacht voor gevraagd. Naar aanleiding van een artikel in het AD en een klacht van bewoners bij het Landszoompad vonden wij het tijd om weer eens aan de bel te trekken.’
Hoger gras vinden Nijlganzen niet prettig
In het artikel wordt gesteld dat er succesvolle proef met hoger gras in Rotterdam gedaan is om de aanwezigheid van ganzen en hiermee ook de overlast te beperken. Met name afgelopen jaar zijn in de gemeente Krimpen ook meerdere gazons omgevormd naar ruw gras en bloemrijke kruidenvegetatie waarbij het gras minder gemaaid wordt. Hierdoor is al sprake van meer locaties met hoger gras dan de jaren hiervoor.
Proef Landzoompad-Zuid
Tijdens een locatiebezoek bleken er inderdaad meerdere nijlganzen te zitten bij het Landzoompad-Zuid. Als proef is besloten dat de groenstrook tussen het fietspad en het water minder frequent door de groenaannemer gemaaid gaat worden. Hierdoor wordt ook de ecologische verbinding richting het Zwaneneiland versterkt. Gedurende het jaar gaat de gemeente monitoren of de nijlganzen het hogere gras niet gebruiken om hier te gaan broeden.
Natuurvriendelijke oever
Bij het Landszoompad-Zuid wordt ook deel van de oever natuurvriendelijk gemaakt. Aan de overkant van de Duindoorn is in het kader van groenplan Gouden Regen eerder al gekozen voor het onderhoud als gazons met solitaire heesters en bomen. De oevers bij de Duindoorn (aan de kant waar de steiger zit) worden ingericht als natuurvriendelijke oevers met kruidenvegetatie.
Proef ook in Krimpen door gemeente opgepakt
Oudshoorn: ‘Wij zijn blij dat de gemeente Krimpen aan den IJssel de vraag goed en serieus opgepakt heeft en dat we op een vriendelijke manier aan de slag gaan om de overlast voor met name de inwoners daar te beperken. Als dit succesvol is, kan het gebied met hoog gras wellicht uitgebreid worden; ook belangrijk voor het ecologisch evenwicht en de biodiversiteit.’
Uit de laatste monitoring rapportage van afgelopen najaar blijkt dat het aantal volwassen nijlganzen t.o.v. van het voorjaar 2022 met 30 is afgenomen. Uit de meerjarige monitoringsgegevens blijkt dat het aantal volwassen nijlganzen gemiddeld ook in 2022 stabiel is gebleven.