15.5 C
De Bilt

Staatsbosbeheer verplaatst konikpaarden naar Noardeast-Fryslân: “grut risiko foar it bistewolwêzen en ús lânbou”

De mededeling van Staatsbosbeheer over de verplaatsing van 55 konikpaarden vanuit Oostvaardersveld nabij Lelystad naar gemeente Noardeast-Fryslân heeft woensdag 28 augustus jl. het college van B&W onaangenaam verrast. Afgelopen maandagavond werd burgemeester Johannes Kramer geïnformeerd dat de paarden de dag erna al op transport gezet zouden worden vanuit Oostvaardersveld.

De verplaatsing van de konikpaarden gebeurt in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Het college heeft het ministerie vorige week per brief dringend verzocht om deze stap te heroverwegen. Het verplaatsen van de paarden brengt grote risico’s met zich mee voor de natuur en landbouw in het Lauwersmeergebied.

Wethouder Pieter Braaksma is teleurgesteld over de gang van zaken. “Wy fiele ús oerfallen om’t Staatsbosbeheer hjiroer net yn it foar mei ús oerlein hat”, aldus Braaksma.

Dierenwelzijn konikpaarden in het geding

De paarden worden verplaatst vanwege de aanwezigheid van de grote klis in het Oostvaardersveld. De grote klis is een plant die tranende ogen, oogontstekingen of oogletsel kan veroorzaken bij de konikpaarden. De plant heeft stekelige bolletjes die blijven hangen in de manen van de paarden. Wethouder Braaksma heeft grote zorgen over het welzijn van deze wilde dieren:“De fangst en it transport soargje foar in soad stress by de hynders. De bisten hawwe oantoanber lêst fan de stikelige boltsjes fan de grutte klis. Boppedat is de kâns grut dat de hynders úteindelik slachte wurde sille. Wêrom soest se dit oandwaan?”

Grote gevolgen voor de landbouw in Noardeast-Fryslân

Het gebied Ezumakeeg maakt onderdeel uit van het Lauwersmeergebied waar nu de grote klis niet groeit. Met de verplaatsing van 55 konikpaarden kan niet worden uitgesloten dat plantmateriaal en zaad van de plant door de paarden wordt meegenomen. Dat kan grote gevolgen hebben voor de landbouw in het gebied. De grote klis kan gaan groeien op (aangrenzend) landbouwgebied, in de nabijheid van paarden- en rundveehouderijen en op gemeentelijke grond zoals wegbermen.

Wethouder Braaksma: “De oanwêzigens fan de grutte klis foarmet in grutte bedriging foar ús lânbougrûn en oangrinzjende gemeentlike bermen. It wolwêzen fan de hynders en oare bisten dy’t yn it Lauwersmargebiet libje komt dêr noch by. Al mei al hat gjinien, minske, bist of oerheid, baat by dizze ferhuzing.” Braaksma gaat de komende tijd in gesprek met de betrokken partijen om tot een passende oplossing te komen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Nieuws uit deze regio