Helaas leven er nog steeds veel Nieuwegeinse inwoners in armoede. Een op de vijf huishoudens heeft dagelijks stress door geldzorgen en zorgen over het betalen van de boodschappen en woonlasten. Erover praten helpt! Want hoe eerder iemand hulp zoekt, des te sneller de weg naar rust en overzicht wordt gevonden. Gemeente Nieuwegein start daarom vanaf 6 mei een campagne om inwoners bewust te maken dat er vaak een oplossing is voor hun geldzorgen.
Wethouder Guido Bamberg: “Ik vind het belangrijk dat we het thema armoede zichtbaar maken in de stad, zodat het taboe over dit probleem steeds meer wordt doorbroken. En er zo sneller een weg naar hulp wordt gevonden. Als wethouder armoede maak ik mij hier persoonlijk sterk voor, want “In Nieuwegein helpen we elkaar”!
Campagne Armoedebestrijding gemeente Nieuwegein
De campagne richt zich op alle inwoners. Van jongvolwassenen die door achteraf betalen in de schulden komen. Gezinnen die net boven de armoedegrens leven en te maken krijgen met hoge energierekeningen. Tot ouderen in de AOW die moeite hebben met het betalen van de boodschappen. Zij kunnen met hun hulpvraag naar Movactor, WIL en andere maatschappelijke organisaties in de stad. Er is vaak meer mogelijk: denk aan regelingen voor extra geld, hulp bij thuisadministratie, een budgetcursus of advies over de persoonlijke situatie tijdens een spreekuur. Op www.nieuwegein.nl/geldzorgen is alle informatie te vinden.
“Ik had recht op extra geld voor mijn energiekosten”
Laura (37): “Ik stond ermee op en ging ermee naar bed. Met de steeds hogere prijzen in de supermarkt, die hoge energierekening en een onverwachte rekening die er ook nog bij kwam. Ik had er veel stress van. Erover praten met iemand durfde ik niet want ik schaamde me. Totdat mijn buurvrouw mij erop wees dat er op het buurtplein een spreekuur is voor geldzaken. Samen met haar ben ik er naartoe gegaan. Daar heeft iemand mij geholpen weer overzicht te krijgen op mijn geldzaken. En ik bleek zelfs recht te hebben op een regeling voor mijn energiekosten. Dat gaf rust. En ik weet nu waar ik terecht kan voor hulp”.