Oisterwijk – In Oisterwijk worden komend weekend rubberen kussentjes onder het spoor neergelegd. ProRial onderzoeken of deze zogeheten ‘Under Sleeper Pads’ de hinder van trillingen tegengaan.
Rubberen matten
Under Sleeper Pads zijn een soort rubberen matten die bevestigd worden onder de dwarsliggers. Ze absorberen de de trillingen die ontstaan als een trein over het spoor rijdt. De komende tijd gaan we in Oisterwijk onderzoeken of dit helpt in het verminderen van de trillingshinder. Sinds 2017 zijn hier veel bewoners die aangeven last te hebben van toegenomen hinder van trillingen.
Trillingen Brabantroute
Adviseurs- en ingenieursbureau Movares deed in 2018 onafhankelijk onderzoek naar de toegenomen hinder in Dorst, Rijen en Oisterwijk. Daaruit bleek dat een bepaald type reizigerstrein fors meer trillingen veroorzaakt dan andere treinen en dat dat vooral gebeurt bij het passeren van overwegen. Maar bewoners geven ook aan hinder te ondervinden van het dagelijks goederenverkeer. In overleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deed ProRail eerder een test met de Shimlift. Ook paste NS vrijwillig een periode haar snelheid aan. Maar beide maatregelen gaven geen merkbaar verschil en daarom zoeken we verder naar andere oplossingen, zoals de rubberen matten.
Ander type overweg
Naast de Under Sleeper Pads gaan we begin volgend jaar in Dorst ook het wegdek van een overweg aanpassen. Daar waar nu nog beton ligt, wordt dan een soort rubber neergelegd om te kijken of dat de hinder van trillingen vermindert.
Innovatieagenda bronaanpak trillingen
De proef met de Under Sleeper Pads maakt onderdeel uit van de innovatieagenda bronaanpak Trillingen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail werken aan de hand van deze innovatieagenda samen om meer inzicht te krijgen in hoe trillingen ontstaan. Daarnaast voeren we praktijkproeven uit met technologische innovaties om te onderzoeken of deze innovaties trillingen verminderen.
De resultaten van dit soort proeven bespreken we met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op basis van de resultaten kan bepaald worden of deze innovatieve maatregelen effectief zijn. En kan het ministerie besluiten of ze wel of niet op meerdere locaties toegepast gaan worden.