De eikenprocessierupsen zijn uit het ei gekropen. Daarom start de bestrijding ervan in Hengelo, als de weersomstandigheden meezitten, op woensdagavond 19 april. De bestrijding vindt net als voorgaande jaren plaats in de avonduren tussen 19.00 en 02.30 uur.
Bij de behandeling worden er ‘s nachts aaltjes (hele kleine wormpjes) in alle gemeentelijke eiken gespoten. Waarom ’s nachts? Aaltjes leven normaal onder de grond en kunnen niet zo goed tegen uv-licht. Ze doen hun werk dus het beste in het donker. Nadat een boom bespoten is, zoeken de aaltjes een jonge eikenprocessierups op. Het aaltje dringt de rups binnen. Daardoor gaan de rupsen dood voordat ze overlast kunnen veroorzaken. Elke zomereik wordt twee keer bespoten, met een tussenperiode van enkele dagen. Dit maakt de kans op slagen het grootst.
Nachtelijk lawaai in aantocht
De medewerkers van de bomenploeg van Gildebor zijn er weer klaar voor: ‘We hebben nu een aantal jaren ervaring. De meeste inwoners kennen het nachtelijke lawaai van de machines inmiddels ook wel. Dus hoort u de komende weken tussen ongeveer 19.00 uur ’s avonds en 02.30 uur ’s nachts lawaai, dan zijn wij druk aan de slag om de overlast van de rups later dit jaar zoveel mogelijk te beperken.’
Brandharen eikenprocessierups pas medio mei
Een groot deel van de eikenprocessierupsen overleeft de behandeling met aaltjes niet. De rupsen die wel overleven gaan zich ontwikkelen. In de eerste weken hebben ze nog geen brandharen die jeuk kunnen veroorzaken. Naar verwachting krijgen ze deze brandharen pas halverwege mei. Dan maken ze ook nesten in de eiken. Op dat moment start Gildebor met het wegzuigen van nesten in de gemeentelijke bomen op locaties waar deze mogelijk voor hinder kunnen zorgen. Op deze manier beperken we zoveel mogelijk de overlast voor onze inwoners.
Inzet op meer biodiversiteit
Naast het bestrijden van de eikenprocessierups door de behandeling met aaltjes en het wegzuigen, proberen we de overlast ook te beperken door in te zetten op meer biodiversiteit. Simpel gezegd willen we meer soorten planten en dieren in de stad. Het verhogen van biodiversiteit doen we bijvoorbeeld door anders te maaien. Op steeds meer plekken veranderen we zo kort gemaaide gazons naar kruidenrijke bermen en grasstroken. Het duurt wel een tijdje voordat je ook echt een mooie verscheidenheid aan planten en dieren terugziet. Maar uiteindelijk wordt het openbaar groen zo aantrekkelijker voor meer soorten, en daarmee ook voor de vele natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups en -vlinder.
Wat kunnen inwoners zelf doen?
Een groot deel van het Hengelose grondgebied is particulier eigendom. Als gemeente stimuleren we onze bewoners dan ook om hun tuinen te vergroenen. Want een groene tuin zorgt voor meer leven in de tuin. Op www.groenblauwtwente.nl leest u veel mogelijkheden om uw eigen tuin te vergroenen.