Tubbergen – Een groepje kinderen van Jong Nederland Fleringen zit in het gras aan Het Meiken enthousiast op geplastificeerde kaarten vlinders te zoeken. “Das een pauwenvlinder!” roept er één als hij een dagpauwoog ziet. Wim Wijering corrigeert hem niet, maar moedigt hem aan om nog meer bijen, vlinders of insecten te herkennen. Wijering is natuurfotograaf en initiatiefnemer van het project ‘Red de bij en de vlinder’. Op diverse plaatsen in de regio zaait hij, samen met kinderen, stroken in met bloemzaadjes om ervoor te zorgen dat de biodiversiteit op peil blijft. Ook de gemeente Tubbergen werkt graag mee aan het faciliteren van dit initiatief.
Vlinders en bijen verdwijnen
“Vijftig procent van de wilde bijensoorten is al uitgestorven”, zegt Wim Wijering. “Van de dagvlinders zijn ook al zeventien soorten verdwenen. Als deze trend zich doorzet, zullen wij er straks ook niet meer zijn, want vlinders en bijen zorgen voor bestuiving. Zonder overleven we het niet. Maar gelukkig kunnen we er wat aan doen. Mensen bewustmaken van dit feit én zorgen dat we de bijen en de vlinders helpen aan een goede leefomgeving.”
Inzaaien stroken
De gemeente Tubbergen trekt zich het lot van de diersoorten aan en draagt financieel bij aan het inzaaien van de stroken. Wethouder Erik Volmerink: “Jong geleerd is oud gedaan. Fantastisch om te zien hoe kinderen van het belang van biodiversiteit doordrongen raken op deze manier. Zij praten er thuis over waardoor steeds meer mensen in onze gemeente het belang gaan zien. Als straks de bloemen groeien, komen de kinderen terug om te tellen zodat ze ook het resultaat zien van wat ze hier vandaag doen.”
Belang van bijenlinten
Ondertussen is het groepje kinderen bezig om een strook in de nieuwbouwwijk in te zaaien, onder begeleiding van vrijwilligers van vogelwerkgroep De Grutto. Opzichter groen Alfons Hottenhuis van de gemeente Tubbergen kijkt met plezier toe en helpt de kinderen waar nodig. “Overal in de gemeente zaaien we dit soort stroken in. Grond die ons eigendom is, zoals de wadi’s, de bermen en de bovenkant van bergbezinkbassins, hebben we allemaal al ingericht op deze manier. Nu zaaien we op plekken die geen gemeentegrond zijn, maar beschikbaar worden gesteld door derden. Het belang van deze ‘bijenlinten’ is enorm. Een honingbij kan drie kilometer vliegen, een hommel maar 250 meter. Daarom moeten we zorgen voor voldoende plaatsen waar ze nectar kunnen halen zodat ze stuifmeel kunnen overbrengen. Overigens zijn alle bomen die we planten juist om die reden ‘drachtbomen’, bomen met bloesem zodat vlinders en bijen ook daar hun werk kunnen doen.”
Steeds meer plek voor bestuivers
De meeste weilanden in onze regio zijn strak groen, waardoor er minder bloemetjes zijn waaraan bijen zich tegoed kunnen doen. Wethouder Volmerink: “Een steeds groter wordend aantal boeren stelt een strook land beschikbaar om in te zaaien. Friesland Campina geeft de boeren ‘punten’ voor dit soort initiatieven, waardoor ze voor hun melk een fractie hogere melkprijs krijgen. Zo helpen we de bestuivers allemaal een beetje.” Na de zomervakantie krijgt het project Natuureducatie een vervolg en wordt alle klassen op de scholen in de gemeente Tubbergen een dagdeel ‘natuureducatie op locatie’ aangeboden. “Zo ontstaat een olievlek en maken we samen een verschil. Of beter gezegd in dit verband; een ‘biovlek’”, aldus de wethouder.
