‘Known unto God’, staat er op vijf graven achterop de begraafplaats in Weerselo. Hier liggen waarschijlijk zes of zeven soldaten begraven die in de nacht van 25 op 26 juni 1942 zijn gesneuveld. Hun vliegtuig, een Halifax bommenwerper, werd door een Duits jachtvliegtuig neergeschoten. Ruim 27 jaar is een groep betrokken personen bezig om de gesneuvelde bemanning een naam te geven. Nu wordt er opnieuw onderzoek gedaan op de bewuste plek.
Het vliegtuig in Weerselo
Van de ruim 1000 toestellen kwamen 49 vliegtuigen nooit naar Engeland terug van de missie op Bremen. Eén van die toestellen is neergehaald in Weerselo, waarbij de bemanning is overleden. Gerard Flinkers, Mariët Blokhuis en Bert Wolbert zetten zich vanuit de Heemkunde Weerselo al jarenlang in om te achterhalen wie zij waren. Adrie Roding, een historicus en oud archivaris van de gemeente Enschede, deed al eerder onderzoek en is er ook nu bij betrokken.
“Hij ontdekte in de jaren ‘80 dat er in die nacht twee identieke Halifax vliegtuigen niet zijn teruggekomen en ook niet zijn geregistreerd als neergestort”, legt Bert Wolbert uit. “Het ene bijna zeker in de Noordzee neergekomen, de andere hier in de marke Dulder in Weerselo. We weten wie de bemanningsleden van de beide toestellen waren, maar welk toestel waar is terechtgekomen? En wie er dus is begraven in Weerselo? Die vragen houden ons bezig. Tot die tijd is voor de nabestaanden hun familielid nog vermist en dat hoort niet vinden wij.”
Bijna
In de jaren waarin ze onderzoek doen heeft de werkgroep Halifax Weerselo veel informatie verzameld, van verhalen van getuigen en foto’s van de crash tot officiële rapporten en contact met de nabestaanden. Een DNA-onderzoek is de meest voor de hand liggende oplossing, maar hier wil de Engelse overheid niet aan meewerken. Twee jaar geleden ontdekte de groep een publicatie over de bommenvlucht, met beschrijving van het neergeschoten vliegtuig bij Weerselo, met vliegtuignummer. Helaas bleek het bewijs hiervoor niet waterdicht. “Natuurlijk waren we erg teleurgesteld. Tegelijkertijd zijn we hierdoor nog vasthoudender geworden. De publicatie gaat nu een eigen leven leiden, mogelijk tot aan de nabestaanden toe en dat accepteren wij niet.”
Bodemonderzoek
Op verzoek van de werkgroep is in 2021 op de crashplaats een scan van de bodem gemaakt. Daaruit blijkt dat er mogelijk nog persoonlijke bezittingen, wel of niet ontplofbare oorlogsresten en kleine vliegtuigdelen aanwezig zijn. Dit kan aanwijzingen bevatten om welk toestel het gaat, en dus wie er op deze plek zijn omgekomen. Daarom heeft de werkgroep begin dit jaar bij de gemeente aangeklopt met de vraag of er onderzoek kan worden gedaan naar deze resten. “Wij begrijpen de wens van de werkgroep heel goed. En ik heb persoonlijk ook veel respect voor hun vasthoudendheid. Daarom willen we ze graag helpen”, aldus burgemeester John Joosten.
Een gespecifieerd bedrijf is in opdracht van de gemeente begonnen de grond te zeven. “Het is zoeken naar een speld in de hooiberg, dat realiseren we ons goed”, vertelt Bert. “Vlak na de crash in 1942 zijn de restanten van het vliegtuig door de Duitsers opgeruimd. Ook in 1990 zijn er opgravingen geweest, zonder resultaat. Maar een klein onderdeel met bijvoorbeeld een serienummer kan misschien al antwoord geven, dus we houden hoop.”