In de zomermaanden is de eikenprocessierups actief. De brandharen van deze rups zorgen voor irritatie. De gemeente Woerden gebruikt een combinatie van natuurlijke bestrijdingsmiddelen om de verspreiding van de eikenprocessierups zo veel mogelijk te voorkomen. Zo houdt de gemeente de eikenprocessierups onder controle en draagt ze bij aan een rijk en gezond ecosysteem.
Natuurlijke vijanden: vogels en insecten
Eén van de natuurlijke bestrijdingsmiddelen tegen de rups is de inzet van natuurlijke vijanden van de rups, zoals vogels en insecten. Vogels als koolmezen, pimpelmezen, mussen en spreeuwen eten de rups graag op. Ook zijn er verschillende soorten insecten die eitjes leggen in de eikenprocessierups. De larve die uit het eitje komt, doodt de rups.
Om de natuurlijke vijanden van de rups aan te trekken, hangt de gemeente op verschillende locaties nestkastjes op voor vogels. Om meer insecten aan te trekken investeert de gemeente Woerden in bloemrijke bermen door het aanplanten van verschillende soorten planten- en bloemenmengsels. Zo versterkt de gemeente het natuurlijke evenwicht van bloemen, insecten en vogels (ecosysteem) en ontstaan er betere leefomstandigheden voor de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups.
Biologische bestrijding eikenprocessierups met aaltjes
Een andere manier om de eikenprocessierups te bestrijden, is met aaltjes (kleine wormpjes). De gemeente spuit de aaltjes ’s nachts in de eikenbomen. Dit wordt vooral gedaan in drukbezochte gebieden waar minder ruimte is voor een bloemrijke berm, zoals de binnenstad. Ook spuit de gemeente de aaltjes in de eikenbomen rondom scholen, zorgcentra en drukke fietspaden.
Eind april heeft de gemeente alle eikenbomen al ingespoten. In de tweede week van mei gebeurt dat nog een keer. Daarnaast worden de eikenbomen regelmatig gecontroleerd. Het kan zijn dat er, ondanks bestrijding met natuurlijke vijanden en aaltjes, nesten worden aangetroffen. Deze nesten worden dan weggezogen.
Zelf ongemak voorkomen
De gemeente doet er alles aan om een zo groot mogelijk deel van de eikenprocessierups te bestrijden om de kans op irritatie zo klein mogelijk te maken. Inwoners wordt aangeraden elk contact met de rups en nesten te vermijden door niet onder of in de buurt van een (besmette) eikenboom te zitten. Ook adviseert de gemeente om de rups met rust te laten. Zodra hij zich ‘aangevallen’ voelt, laat hij zijn brandharen los. De eikenprocessierups is te herkennen aan bolvormige, witgrijze nesten op de stam van een eikenboom of rondom dikke takken.