Vanaf het najaar van 2022 sloegen de gemeenten Wijk bij Duurstede en Buren de handen ineen met Rijkswaterstaat tegen zwerfafval. Samen pakten zij dit voortdurende probleem succesvol aan bij de strandjes bij Eethuys ’t Veer. Aan deze Lekstrandjes tussen Rijswijk en Wijk bij Duurstede lag voorheen altijd veel zwerfafval. Een terugblik toont aan dat het zwerfafval hier in 2024 is verdwenen.
Het verdwijnen van zwerfafval komt door een goed doordachte aanpak
In april dit jaar startten de gemeenten Wijk bij Duurstede en Buren en Rijkswaterstaat hun plan uit te werken. Er kwam een welkomstpoort te staan bij de ingang van de strandjes. Vier kliko’s in beugels en gratis papieren afvaltasjes zorgden ervoor, dat bezoekers hun afval daarin netjes konden achterlaten. Deze aanpak werkte: de indrukwekkende berg afval op het strand verdween volledig!
Wethouders lovend over het resultaat
‘Deze aanpak is een prachtig voorbeeld van hoe we het zwerfafvalprobleem hier samen hebben opgelost,’ zegt de Wijkse wethouder milieu, Jeroen Brouwer enthousiast. ‘Dit deden wij, de gemeente Buren en Rijkswaterstaat niet alleen. Ook de eigenaar van Eethuys ’t Veer hielp mee. Hij zorgde voor genoeg papieren zakjes en sprak bezoekers aan, als dat nodig was. Afvalinzamelaar PreZero leegde de containers wekelijks. En laten we niet vergeten: de bezoekers van de strandjes hebben voortreffelijk meegewerkt!’
Het resultaat van deze samenwerking: schone strandjes, een beter milieu en tevreden strandgangers.
Ook in koudere seizoenen blijven de strandjes schoon dankzij vrijwilligers
Wethouder groen van de gemeente Buren, Pieter Neven vult aan: ‘Nu het zomerseizoen is afgelopen, zijn vrijwilligers uit allebei de gemeenten actief betrokken. Zij controleren buiten het seizoen in de herfst- en winterperiode periodiek de locaties en ruimen eventueel zwerfafval op. Met hun hulp blijven de strandjes ook buiten het seizoen schoon, zonder aangespoeld zwerfafval.’
Zonder de hulp van de eigenaar van ’t Veer en de vrijwilligers zou dit succesverhaal niet mogelijk zijn. Het is de bedoeling om deze aanpak ook volgend jaar zomer weer toe te passen.