Het Weerter thema van de Nationale Archeologiedagen richt de schijnwerper alvast op het komende Van Hornejaar 2018. De zoektocht naar Philips van Horne staat centraal.De nationale archeologiedagen worden gehouden van vrijdag 13 oktober tot en met zondag 15 oktober. Dit jaar doet de gemeente Weert daaraan voor het eerst mee.
De activiteiten zijn vrij toegankelijk, net als het Jacob van Hornemuseum. Iedere belangstellende is welkom.
De graaf
Philips van Horne, ofwel Philips de Montmorency, is de Weerter hoofdfiguur in het Van Hornejaar dat komend jaar (2018) in Weert centraal staat. Eén van de historische aspecten die tot de verbeelding spreekt en in het collectieve geheugen een plaats kreeg, is de dramatische gebeurtenis die zich 450 jaar geleden, op 5 juni 1568 afspeelde op de Grote Markt in Brussel.
Op die dag werden de graven Egmont en Van Horne op last van Alva onthoofd. Het lot dat de graven Egmont en Van Horne toen trof, was – achteraf gezien – aanleiding tot het einde van een tijdperk: de Late Middeleeuwen. Tegelijkertijd wordt dit gezien als een overgangsmoment van de ridderlijke bestuurscultuur naar een moderne staats- en bestuursvorm van steden en provincies. Dat leverde uiteindelijk vrijheid en zelfbestuur voor de Nederlandse bevolking op.
De zoektocht
Na hun dood werden de lichamen van de graven ontdaan van het hart. Deze werden in tinnen hartbussen gedaan. De lichamen zijn in loden kisten gelegd die vervolgens werden dicht gesoldeerd. Een getuigenverslag uit die tijd, de Kroniek van Maria Luyten (slotzuster in het Maria-Wijngaardklooster in de Maasstraat) verhaalt dat het stoffelijk overschot van de graaf op 23 juni 1568 op het kasteel in Weert aankomt en “terstondt binnen één uure in de Hoogh Kerck wordt begraven, want hij hat 19 dagen boven aerde gestaen, maar hij was twee reijsen gebalsemt”.
Het is allerminst zeker welke locatie bedoeld wordt met de “Hoogh Kerck”. Dit kan de hoofdkerk (St. Martinuskerk), de hofkerk (de hofkapel op de Nijenborgh) óf de kerk van het klooster Maria-Wijngaand (thans Birgittinessenklooster) in de Maasstraat zijn. Zeker is wél dat de tinnen bus met het hart van Philips is bijgezet voor het hoogaltaar in de St. Martinuskerk. Tot heden werd zijn lichaam, in de loden lijkkist, nog nergens in Weert aangetroffen.
Achtergrond
In Weert wordt in 2018 het Van Hornejaar georganiseerd. De aanleiding ligt in het feit dat 1568, in 2018 450 jaar geleden, een belangrijk scharnierpunt is in een proces dat tachtig jaar later (1648) zal uitmonden in de officiële erkenning van een volstrekt nieuw ministaatje op het politieke wereldtoneel. Het nieuwe ministaatje, de “Republiek der Verenigde Nederlanden”, weet zich in zeer korte tijd op te werken tot een geduchte grootmacht op militair-, handels- én cultuurgebied.
Uit dit jaar zijn historische verhalen rond drie hoofdpersonen in het collectieve geheugen bewaard gebleven. Van deze drie hoofdpersonen – Willem van Oranje, Lamoraal van Egmont en Philips van Horne – is de laatste afkomstig uit Weert. Philips van Montmorency, oftewel de laatste graaf van Horne, verbleef destijds op de hoofdburcht van de Van Hornes: kasteel De Nijenborgh aan de Biest in Weert. Het driemanschap vormde de spil van de opstand der edelen tegen Koning Philips II van Spanje en zijn strikte wetgeving op het gebied van religie.
Europees project rond Egmont en Van Horne
Aan de vooravond van deze twee dagen neemt de gemeente eenmalig de lead in het bijeenbrengen van twintig gemeenten in Nederland, België en Duitsland. Op vrijdag 13 oktober, de eerste dag van de Nationale Archeologiedagen, lichten de initiatiefnemers van de Digitale Belevingskaart Egmont en Horne 1568 vs. 2018, de geschiedkundige vereniging De Aldenborgh en de Cultuurwerking Sotteghem uit Zottegem (B) de laatste stand van zaken rond dit project toe.