De havenmeesters van Hoorn zien schepen komen en gaan. Soms valt hun oog op iets merkwaardigs. Onlangs visten zij uit het water bij de Grote sluis tussen Hoofdtoren en Baadland een wonderlijk en groot rond stuk hout op. Na onderzoek door de Archeologische Dienst bleek het een drijfboei van lang geleden te zijn.
Hoornse Hop beruchte hoek van de Zuiderzee
Toen het Hoornse Hop nog deel uitmaakte van de Zuiderzee was er getij en meer stroming. Schepen voeren van en naar de haven van Hoorn. Deze hoek van de Zuiderzee was berucht vanwege de vele ondiepten en modderbanken. Om de weg op het water te kunnen vinden werden de diepere delen voorzien van drijvende tonnen. Deze lagen op bepaalde afstanden en markante punten aan beide zijden langs de vaargeulen. Van een standaard waar de boeien nu aan moeten voldoen was toen nog geen sprake. De grote boeien waren gemaakt van oude wijn- of biertonnen. Later werden ook boeien gebruikt die hier speciaal voor werden gemaakt.
Massieve boei van 25 kilo
Voor de kleinere vaargeulen werden steekboeien of drijfboeien gebruikt. Deze waren gemaakt van massief hout. De gevonden massieve boei is bijna een meter lang en heeft een doorsnede van 35 cm. En weegt maar liefst 25 kilo. Het touw of de ketting waar de boei mee was verankerd in de bodem is helaas verdwenen. Op de boei zitten nog rode verfresten, dat kan betekenen dat het gaat om een boei voor stuurboordzijde.
Te zien bij Centrum Varend Erfgoed
De havenmeesters denken dat het baggeren van de Hoornse haven de boei heeft losgewoeld. Een vaste ligplaatshouder in de haven Harry Stofbergen zag de boei drijven. Hij ging naar de havenmeesters om te melden dat er ‘iets groots van hout dreef’. De boei wordt overgedragen aan het Centrum Varend Erfgoed op het Oostereiland. Het past goed in de collectie die herinnert aan het leven aan de Zuiderzee.