Het is een wettelijke verantwoordelijkheid van waterschap Scheldestromen om te zorgen voor verkeersveilige waterschapswegen. Bij veilige wegen horen voldoende uitwijkmogelijkheden en goed overzicht. Om die wegen veilig te houden is het noodzakelijk om de bermen te maaien. De eerste maaironde langs de bijna 4.000 kilometer waterschapswegen start deze week. Het waterschap weegt zorgvuldig af waar er gemaaid kan worden.
Verkeersveiligheid
Vanwege de verkeersveiligheid vindt deze maaironde plaats tijdens het broedseizoen. Maaien tijdens het broedseizoen is alleen toegestaan als er zwaarwegende, maatschappelijke belangen zijn. Om verkeersdeelnemers een zo veilig mogelijke omgeving te bieden, is het van belang om vroeg in het seizoen te starten met de werkzaamheden.
Maaiwijze
In het voorjaar maait het waterschap de bermen tot een breedte van twee meter om uitwijkmogelijkheden te behouden en fietsongevallen te voorkomen. Binnen deze strook nestelen vrijwel geen vogels, omdat deze strook door verstoring van het verkeer minder geschikt is als broedgebied. Ook is deze strook minder geschikt als leefgebied voor beschermde en waardevolle plantensoorten. Gevaarlijke kruispunten en onoverzichtelijke bochten worden breder gemaaid om te voorkomen dat hoog gras het zicht van verkeersdeelnemers belemmert. Ook als er ongewenste planten groeien, zoals reuzenberenklauw of akkerdistel, maait het waterschap een breder deel.
Controle indien breder dan 2 meter
Als breder dan de eerste twee meter van de berm maaien noodzakelijk is, worden bermen gecontroleerd op broedende vogels en/of waardevolle plantensoorten. Na het broedseizoen volgen de zomer- en najaarsmaaironde. In de zomer worden alleen de drukke doorgaande wegen en een deel van de grindwegen gemaaid. In het najaar volgen dezelfde wegen als in het voorjaar. Afhankelijk van de hoeveelheid riet of houtige opslag maait het waterschap de bermen eens in de drie tot vijf jaar over de volledige breedte.
Ecologisch bermbeheer
Het maaien wordt normaalgesproken gedaan met een klepelmaaier, waarbij het maaisel in de berm blijft liggen. Op plaatsen waarvan bekend is dat er beschermde en waardevolle soorten voorkomen, kiezen we voor een andere werkwijze (als de verkeersveiligheid het toelaat). Hier wordt het gras op een later tijdstip gemaaid en afgevoerd, wat gunstig is voor de planten en dieren. Hierdoor ontwikkelen zich meer soorten en wordt de biodiversiteit verhoogd.
Maatregelen Waterschap
Het waterschap houdt er op verschillende manieren rekening mee om broedende vogels en beschermde soorten niet te verstoren.
- Er wordt volgens de gedragscode wet natuurbescherming voor waterschappen gewerkt om zo rekening te houden met broedvogels en verstoring zoveel mogelijk te voorkomen.
- Het deel dat het waterschap maait is maximaal 2 meter breed. In bochten en bij kruispunten wordt wel de hele breedte van de berm gemaaid. Als er ongewenste planten, zoals reuzenberenklauw of akkerdistel, groeien, maait zij ook een breder deel.
- Als zij breder dan de eerste twee meter van de berm moet maaien, worden bermen extra gecontroleerd op broedende vogels of zeldzame plantensoorten.
- Als medewerkers iets vinden dan wordt in een straal van vijf meter rondom het nest niet gemaaid.
- Alle aannemers worden vooraf geïnstrueerd hoe ze moeten werken en hoe ze rekening kunnen houden met natuurwaarden.