Kortgeleden verhuisden Heiko en Martje Shütz met vier van hun gezamenlijke kinderen naar Thomashuis Olst. Daar leven ze als nieuwe zorgondernemers samen met negen bewoners met een verstandelijke beperking. Beide ondernemers werken al jaren in de gehandicaptenzorg. Toen ze de franchiseformule Thomashuis in een advertentie tegenkwamen, waren ze direct verkocht. We spreken ze over de route hiernaartoe, hun levensfilosofie én hun toekomstplannen.
Bewoners zijn gepokt en gemazeld
Heiko, geboren en getogen in Duitsland, werkt al vrijwel zijn hele leven in de zorg: eerst met jongeren, daarna met ouderen en vervolgens met mensen met een verstandelijke beperking. Martje had in die tijd eigen hotels in Duitsland en Zwitserland, maar gooide een aantal jaar geleden het roer om en begon met kindercoaching. Via deze weg rolde ze de gehandicaptenzorg in.
Martje en Heiko runden allebei jarenlang een huis voor mensen met een beperking in Duitsland. Totdat ze besloten het zorgondernemerschap samen, op Nederlandse bodem, voort te zetten. Nu – vier jaar later – hebben ze de sleutel van Thomashuis Olst in handen.
Er gewoon zijn
Eerder dit jaar draaiden Heiko en Martje al een dienst om kennis te maken met de groep, en kortgeleden kondigden ze hun overname aan. Per 1 september staan ze officieel aan het roer in Olst. ‘Dat viel gelukkig in goede aarde’, laat Martje weten. Het stel kijkt dan ook reikhalzend uit naar hun nieuwe avontuur. Heiko: ‘We hebben zin om hier een thuis te maken. En om de bewoners, ouders en het team beter te leren kennen.
Martje en ik hebben samen zeven kinderen, waarvan er vier thuis wonen. Dus dat wordt een gezellige boel daar in Olst. Gelukkig is er genoeg plaats: het Thomashuis is gevestigd in een oude herenboerderij die bestaat uit een statig pand aan de voorkant en twee omgebouwde stallen aan de achterkant.’
Allemaal hetzelfde
‘Wat ons zo aanspreekt, is hoe oprecht mensen met een verstandelijke beperking zijn. Ze leven altijd in het moment: wat gaan we nú doen? Dat is eigenlijk heel mindful’, verklaart Martje. ‘Daar kunnen we een hoop van leren. Bovendien herkennen we ook een stukje van onszelf in de bewoners. Iedereen heeft wel autistische trekjes: als we zelf bijvoorbeeld de besteklade inruimen, leggen we toch allemáál graag de messen bij de messen?’
Orde in de chaos
‘Waar we nu vooral mee bezig zijn? Dozen uitpakken. We zijn nét verhuisd, dus het is wat chaotisch hier. Zo kon ik eergisteren de theedoeken niet terugvinden, dus droogden we maar even af met een T-shirt‑’, lacht Martje. ‘Verder geven we de laatste dagen gas op administratieve opgaven: de onderneming inschrijven, contracten uitzoeken, roosters maken – dat soort dingen.’
Al zijn ze straks allebei op de groep te vinden, is er volgens Martje wel een heldere werkverdeling: ‘Heiko doet vooral de verplegende taken en de een-op-een momenten met de bewoners. Dat gaat van medicatie toedienen tot helpen met steunkousen. En hij is ook onze tuinman. Tegelijkertijd zorg ik ervoor dat alle administratieve zaken op orde zijn, en zul je mij vaak in de keuken vinden. Ik ben gek op koken en bakken.’
Leven met de seizoenen
Heiko en Martje houden er een antroposofische levenswijze op na, waarin bewustzijn van jezelf en je omgeving centraal staat. Maar ook het jaar-, seizoens- en dagritme spelen een fundamentele rol. ‘Voor de bewoners is dat heel fijn’, legt Martje uit. ‘Het geeft ze stabiliteit in een wereld die ze eigenlijk niet zo goed begrijpen.’ Heiko: ‘Ons gedachtegoed zullen we de bewoners natuurlijk niet opdringen. Het is slechts een voorbeeld. Bovendien houden we de sfeer ook lekker luchtig door veel met elkaar te lachen.’