Het college van Molenlanden heeft besloten om huishoudelijke hulp en dagbesteding voor onbepaalde tijd (zonder einddatum) toe te kennen aan inwoners met een beperking bij wie geen zicht is op verbetering. Gemeenten mogen zelf de indicatieduur bepalen. In Molenlanden waren hierover geen duidelijke afspraken gemaakt. Met de mogelijkheid om Wmo-indicaties voor onbepaalde tijd toe te kennen komt er voor een grote groep inwoners meer rust en duidelijkheid.
Zekerheid en duidelijkheid
De gemeente Molenlanden kreeg signalen dat inwoners de herindicaties belastend en spannend vonden. Zeker als de situatie nog grotendeels hetzelfde was en er geen reden was om de indicatie te wijzigen. Wethouder Piet Vat: ‘We luisteren altijd zo goed mogelijk naar onze inwoners. De nieuwe werkwijze is in de eerste plaats prettig voor onze inwoners. Je moet niet onderschatten welke impact een huisbezoek heeft. Het is best confronterend om iedere keer hetzelfde verhaal te vertellen. Voor inwoners voelde het soms als een keuring.
Indiceren voor onbepaalde tijd geeft zekerheid en gaat meer uit van vertrouwen. Daarnaast verschuift de inzet van de medewerkers van het Sociaal Loket. Er zijn minder uren nodig voor herindicaties. En die uren kunnen we goed gebruiken om inwoners met een ondersteuningsvraag zo snel mogelijk te blijven helpen. En vanzelfsprekend kunnen inwoners met een indicatie voor onbepaalde tijd nog steeds contact opnemen met het Sociaal loket als het nodig is.’
Wie komt in aanmerking voor huishoudelijke hulp voor onbepaalde tijd?
Dat zijn inwoners met een levenslange beperking of aandoening in een stabiele situatie en bij wie geen zicht is op verbetering of verandering. Bijvoorbeeld door een chronische of progressieve aandoening of beperking waarbij de verwachting is dat de ondersteuningsbehoefte niet afneemt. In de praktijk gaat het hierbij vaak om 80-plussers en dat is de helft van alle inwoners met een indicatie voor huishoudelijke hulp.
Wie komt in aanmerking voor dagbesteding voor onbepaalde tijd?
Hierbij gaat het om inwoners van 80 jaar en ouder én inwoners tot 80 jaar met een levenslange beperking of aandoening in een stabiele situatie en bij wie geen zicht is op verbetering of verandering. En waarbij de verwachting is dat de ondersteuningsbehoefte niet afneemt. Piet Vat vult aan: ‘We hebben daarnaast besloten om bij dagbesteding standaard 3 dagen (6 dagdelen) per week toe te kennen.
Vaak start iemand met één of twee dagen per week om te wennen aan de nieuwe situatie. Dat geldt zowel voor de bezoeker van de dagbesteding als voor de mantelzorger. Vaak is de behoefte groter en door standaard 3 dagen toe te kennen, hoeft een inwoner in het begin niet iedere keer uitbreiding aan te vragen. Wij vinden dat de ondersteuningsbehoefte hierin leidend is en niet de regels.’