Uit het onderzoek blijkt dat er technische mogelijkheden zijn voor het verzoeten van het Grevelingenmeer. Elke druppel telt en de beschikbaarheid van zoet water in Nederland, de Zuidwestelijke Delta én Zeeland staat onder druk. Dat vraagt om actie. Om die reden heeft de Provincie Zeeland opdracht gegeven het onderzoek naar de technische haalbaarheid van een zoet, vitaal Grevelingenmeer uit te voeren.
Beschikbaarheid van zoet water onder druk
Periodes van weersextremen, zoals droogte, nemen in de toekomst alleen maar toe en kunnen grote gevolgen hebben voor agrariërs en de voedselproductie. Daarom willen we alle mogelijkheden onderzoeken om de zoetwatervoorziening van Zeeland te verbeteren. Van waterbesparing tot aanvoer en opslag. Van klein tot groot.
Dat in combinatie met de noodzaak tot verbetering van de waterkwaliteit van het Grevelingenmeer heeft ervoor gezorgd dat de Provincie Zeeland de opdracht heeft gegeven om een onderzoek uit te voeren naar de technische mogelijkheden voor een zoet en vitaal Grevelingenmeer.
Gedeputeerde Arno Vael: ‘Ik ben trots op onze Zeeuwse akkers, het Zeeuwse landschap, de natuur en de agrariërs die daar iedere dag mee werken. Maar we zien ook dat de wereld en het klimaat veranderen. We moeten ons voorbereiden op de toekomst en alle mogelijkheden onderzoeken zoals een zoetwaterbuffer voor de Zuidwestelijke Delta.’
Een zoet, vitaal Grevelingenmeer
Dit onderzoek is een eerste stap in de grote vraag; is een zoet, vitaal Grevelingenmeer mogelijk? Het beantwoordt de vraag of het technisch mogelijk is om het meer te verzoeten. Dat is mogelijk, maar daar is wel een aanpassing in de landelijke waterverdeling uit de rivieren voor nodig.
Het Grevelingenmeer is met een aantal maatregelen te verzoeten. Een zoutdam op de kop van de huidige Brouwerssluis zorgt voor ‘selectieve onttrekking’. Dit betekent dat bij eb zoet water uit het oosten het zoute water onder de zoutdam door naar de Noordzee duwt, omdat zoet water op zout water drijft.
Met het verleggen van een stukje van de Philipsdam zal de huidige Flakkeese spuisluis geen zout water uit de Oosterschelde meer inlaten, maar zoet water uit het Krammer-Volkerak.
In natte maanden gaat er vanuit de rivieren 70 m3/s extra door de Volkerakspuisluis en de verlegde Flakkeese spuisluis. Hiermee is na één tot twee jaar 95% van het Grevelingenmeer verzoet, op de diepste delen na. In zeer droge tijden verandert er niks ten opzichte van de zoetwaterverdeling anno 2025. Dan wordt juist de reservoirfunctie van het Grevelingenmeer aangesproken. Goed voor een overbrugging van maximaal vier maanden zonder externe aanvoer.
Op deze pagina leest u het volledige onderzoek en vindt u een visualisatie van het verzoeten.
Toekomst
Het onderzoek schetst een toekomstbeeld voor de Zuidwestelijke Delta. Het is een mogelijke denkrichting die onderdeel wordt van het proces naar de toekomst van de Zuidwestelijke Delta. Die toekomst gaan we de komende decennia vormen. Hoe gaan we om met zeespiegelstijging, toekomstige verzilting en de beschikbaarheid van zoet water uit de rivieren?
Een logische vervolgstap is om verder onderzoek te doen naar een zoet Grevelingenmeer. Denk aan een ecologisch en sociaal-economisch onderzoek.