Eindhoven – Oncologisch chirurg dr. Ignace H. De Hingh wordt benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. De Hingh bekleedt vanaf 1 september de nieuwe parttime leerstoel ’Integrale benadering van patiënten met een gastro-intestinale maligniteit’. Deze leerstoel wil de zorg verbeteren voor patiënten die kanker hebben in een van de buikorganen door onder meer onderzoek te doen naar de oorzaak, de bestrijding en de behandelmethoden.
Eén van de aandachtsgebieden is buikvlieskanker, waarbij de HIPEC- en PIPAC-behandeling* verder onderzocht worden. Om dit mogelijk te maken heeft De Hingh sinds 1 januari 2018 ook een parttime aanstelling bij het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Daarnaast werkt hij samen met verschillende internationale en nationale partners, zoals de Technische Universiteit Eindhoven en Philips.
Verzekerd zijn van de beste zorg
Naast het opzetten en uitvoeren van patiëntgebonden klinisch onderzoek en het actief delen van die resultaten, zet De Hingh zich ook in om de zorg voor patiënten met kanker in Nederland te verbeteren door kennis over te dragen over het opzetten van zogenoemde ziekenhuis-overstijgende multidisciplinaire teams. “Patiënten met kanker moeten, in welk ziekenhuis ze zich ook melden, altijd verzekerd zijn van de beste zorg. Uit onderzoek blijkt dat dit nog niet altijd het geval is. In Nederland is de kankerzorg van hoog niveau. Maar toch komt het voor dat een patiënt met een complexe vorm van kanker niet wordt doorverwezen naar een gespecialiseerd ziekenhuis. Daar ga ik me voor inzetten, want elke patiënt heeft recht op de beste zorg”, aldus De Hingh.
De patiënt centraal
De behandeling van kankerpatiënten is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. In het verleden werd een patiënt met kanker veelal door één opererende specialist in één ziekenhuis behandeld. Momenteel wordt de zorg steeds vaker aangeboden door multidisciplinaire oncologische behandelteams die vaak ziekenhuizen en soms zelfs de landsgrenzen overstijgen. De Hingh: “Daarbij staat niet langer het ziekenhuis, maar de patiënt centraal in het zorgproces. Daarnaast nemen de mogelijkheden voor behandeling toe, waardoor bij elke patiënt afzonderlijk de afweging moet worden gemaakt welke behandeling het meest effectief is. Dit alles maakt het integreren van de kennis van verschillende en vaak uiteenlopende disciplines noodzakelijk.”
Meeste hoogleraren
Met De Hingh komt het aantal hoogleraren in het Catharina Ziekenhuis op tien; het ziekenhuis heeft daarmee, voor zover bekend, de meeste hoogleraren van Nederland die verbonden zijn aan een algemeen ziekenhuis. Door de nauwe banden met verschillende academische centra levert het ziekenhuis veel eigen promovendi die vaak bezig zijn met onderzoeken die direct te maken hebben met de patiëntenzorg.
Het Catharina Ziekenhuis staat bekend als ziekenhuis waar complexe ingrepen worden uitgevoerd, vooral op het gebied van kanker en hart- en vaataandoeningen. De medisch specialisten zoeken continu naar nieuwe behandelvormen om patiënten beter te helpen.
TU/e, Maastricht University en Universiteit Gent
Naast Ignace de Hingh zijn ook chirurg-oncoloog Harm Rutten, longarts Frank Smeenk, dermatoloog Peter Steijlen en vaatchirurg Joep Teijink als hoogleraar verbonden aan de Universiteit Maastricht. Vaatchirurg Marc van Sambeek, oud-cardioloog Nico Pijls, klinisch chemicus Volkher Scharnhorst en intensivist-anesthesioloog Erik Korsten zijn als hoogleraar verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven. Gynaecoloog Dick Schoot is professor aan de Universiteit van Gent in België.
* HIPEC-behandeling: Door de HIPEC-procedure kunnen patiënten bij wie die buikvlieskanker de oorsprong vindt in de dikke darm, blinde darm of eierstokken, toch nog worden behandeld. HIPEC staat voor Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie. Bij de HIPEC-procedure gaat de chirurg ervan uit dat als hij tijdens een operatie de zichtbare tumoren heeft weggehaald, er nog onzichtbare kankercellen achterblijven in de buik. Om deze te kunnen verwijderen, spoelt hij de buik tijdens de operatie met verwarmde chemotherapie.
PIPAC-behandeling: De ingreep lijkt op een kijkoperatie. Via een sneetje in de buik wordt een speciale vernevelaar in de buikholte gebracht. Die spuit daar chemo in gasvorm op de vaak vele kankergezwelletjes die zijn genesteld in het buikvlies dat de organen omgeeft. Deze behandeling vervangt de traditionele manier om chemovloeistof via de bloedbaan in het lichaam te brengen. Dat levert vaak ernstige bijwerkingen op, zoals misselijkheid of haaruitval. De chemo komt ook op plaatsen waar dat niet gewenst is. Met de vernevelaar komt de vloeistof uitsluitend daar waar het wél nodig is.