Groene Hart – De provincies Zuid-Holland en Utrecht, de gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden alsmede de waterschappen van Rijnland, Stichtse Rijnlanden en Schieland en de Krimpenerwaard staan klaar om samen met het Rijk aan de slag te gaan met een intensievere aanpak van bodemdaling in het Groene Hart. Ze willen dit doen door een regiodeal met het Rijk af te sluiten en dienden hiertoe eind augustus een gezamenlijk voorstel in. Nu is het wachten op het startschot vanuit Den Haag.
Bundelen van lokale, regionale en landelijke krachten
Dat het Groene Hart een veenbodem heeft en daardoor kampt met een zakkende bodem – op plekken met centimeters per jaar – is niet nieuw. En dat dit grote negatieve gevolgen heeft voor onder meer de funderingen van woningen en bedrijfspanden, cultuurhistorisch erfgoed, het onderhoud van wegen en rioleringen, het niveau van de CO2-uitstoot en het gebruik van landbouwgronden is ook bekend. De kosten van bodemdaling zijn door het Planbureau voor de Leefomgeving becijferd op miljarden.
Regiodeal noodzaak
Wat wél nieuw is, is dat de Rijksoverheid in het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ de kans biedt om via het instrument van een regiodeal gezamenlijk in te zetten op de aanpak van regionale opgaven, zoals bodemdaling. De aanpak van bodemdaling vraagt immers om een gezamenlijke en lange-termijn inzet van overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere partijen. Een regiodeal is een uitgelezen kans om deze benodigde krachtenbundeling op lokaal, regionaal en landelijk niveau mogelijk te maken.
Regio-envelop
Al eerder dit jaar maakten overheden in het Groene Hart kenbaar bij het Rijk dat zij de bodemdaling gezamenlijk willen aanpakken via een regiodeal. Dit bespraken zij tijdens een werkbezoek van de minister van LNV en de staatssecretaris van IenW in februari 2018. Hierbij kwamen zowel de stedelijke problematiek als de opgaven voor het agrarische bedrijf aan de orde. Naast het ministerie van LNV en IenW, zijn ook BZK en EZK als partner op Rijksniveau in beeld. Met het indienen van het voorstel voor een regiodeal doen de betrokken partijen ook een beroep op de middelen uit de zogenaamde regio-envelop, waar in totaal € 950 miljoen mee gemoeid is. Concreet vragen zij samen om een Rijksbijdrage van € 13 miljoen.
Rijk essentieel als partner
Hilde Niezen, wethouder in Gouda en bestuurlijk trekker van deze regiodeal, kijkt uit naar het besluit vanuit Den Haag hierop. ‘Wij staan in de startblokken om aan de slag te gaan met de regiodeal en zien kansen voor nieuwe projecten, bijvoorbeeld rondom innovatieve methoden voor nieuwbouw of het aanleggen van wegen, het opzetten van een kenniscentrum rondom bodemdaling, onderwaterdrainage in de landbouwsector of het experimenteren met nieuwe teelten. Het Rijk is daarbij essentieel als partner, niet alleen vanwege de regio-envelop, maar ook om het onderwerp landelijk en internationaal te agenderen en om belemmerende wet- en regelgeving aan te passen. Ik hoop daarom van harte dat we volgend jaar samen met de Rijksoverheid tot ondertekening en uitvoering van een regiodeal kunnen komen.’
Vervolgproces
In het najaar van 2018 vindt een interdepartementale beoordeling plaats van alle voorstellen die landelijk worden ingediend voor regiodeals. Vóór het eind van het jaar zullen de ministers van LNV en BZK hierover een besluit nemen en wordt bekend welke regio’s in aanmerking komen voor een regiodeal.