Zaanstad – Minder structurele leegstand van Zaanse winkels, kantoren en bedrijventerreinen. Dat is het doel van het plan van aanpak leegstand dat het college van burgemeester en wethouders naar de gemeenteraad heeft gestuurd. Aanleiding voor het plan is de Motie Plan van Aanpak leegstand die de gemeenteraad eind 2020 aannam. Wethouder Wessel Breunesse: ‘We willen dat het stadscentrum en de straten eromheen leefbaarder en aantrekkelijker worden.
Eigenaren en ondernemers
Samen met de eigenaren van panden en Zaanse ondernemers en bedrijven willen we bij gebouwen die langer dan drie jaar leeg staan, gericht actie ondernemen door gesprekken te voeren over de mogelijkheden. Wat mag en kan er met deze panden. Ook gaan we onderzoeken welke maatregelen we op de lange termijn kunnen nemen of ontwikkelen om leegstand tegen te gaan.’
Aanpak leegstand winkels
In oktober 2020 stond 7% van het totale oppervlakte commerciële ruimte in Zaanstad leeg. Dat is minder dan het percentage zogenaamde frictieleegstand dat nodig is om een flexibele bedrijfshuisvestingsmarkt mogelijk te maken. De afgelopen jaren is de leegstand bij bedrijven en kantoren afgenomen. Het aantal leegstaande winkels neemt wel toe: dat ligt tussen de 9% en 11% en neemt toe.
VNG
De VNG en Locatus voorspellen dat landelijk gezien 30% van de winkels de komende tijd leeg zal komen te staan. Breunesse: ‘Het is een innovatieve aanpak in Nederland dat we over deze situatie in gesprek gaan met de vastgoedeigenaren. We hopen dat de steeds urgenter wordende situatie in het centrum alle partijen ervan overtuigt dat samenwerking de beste manier is om de energie vast te houden in de centrumgebieden en om sociale meerwaarde toe te voegen. We hebben elkaar hard nodig.’
Verandering is onomkeerbaar
Veranderend winkelgedrag is versterkt door de sluiting van winkels vanwege coronamatregelen. Al eerder wees Zaanstad drie hoofdwinkelgebieden aan: Zaandam Centrum, Krommenie en Wormerveer. Wethouder Hans Krieger: ‘Verandering van de winkelgebieden is onomkeerbaar. Daarbij zal de gemeente het detailhandelsbeleid opnieuw tegen het licht houden en samen met de vastgoedeigenaren en de ondernemers kijken welke randvoorwaarden nodig zijn om te komen tot aantrekkelijke ‘verblijfgebieden’ voor de consument.
De verandering in het winkelgedrag biedt ook kansen voor ondernemers om nieuwe concepten te ontwikkelen. We zien bijvoorbeeld dat er in de Zaanbocht nauwelijks sprake is van leegstand. Dat hebben de ondernemers daar ontzettend knap gedaan.’
Transformeren naar woningen
De Provincie Noord-Holland heeft na onderzoek twintig stadscentra aangewezen die in aanmerking kunnen komen voor het wijzigen van winkels naar woningen. Het centrum van Zaandam is volgens de provincie kansrijk. Wethouder Breunesse: ‘We gaan met de provincie verder in gesprek over de mogelijkheden om gezamenlijk op te trekken in het verkennen van de mogelijkheden.’