Zuid Holland – Vervoerder Transvision mag ook de komende vier jaar het vervoer buiten de regio uitvoeren voor mensen met een mobiliteitsbeperking, zoals ouderen en gehandicapten.
Valys-vervoer
Dit zogenoemde Valys-vervoer is voor mensen die niet zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) draagt jaarlijks ongeveer 60 miljoen euro bij aan dit vervoer. Valys heeft ruim 400.000 gebruikers.
Van deur tot deur
De traditionele vorm van Valys-vervoer is de (groeps)taxi die een reiziger van huis naar de bestemming vervoert en weer terug, letterlijk van deur tot deur. Tegenwoordig heet dit Valys Basis. Uiterlijk een dag van tevoren bestelt u Valys-vervoer, de taxi komt op het afgesproken tijdstip voorrijden en brengt u naar de bestemming. De terugreis gaat op dezelfde manier.
Aanbesteding voorlopig voor combinatie Transvision
Vandaag werd bekend dat het Valys vervoer voorlopig is gegund aan de combinatie waarmee Transvision meedeed aan de aanbesteding. De combinatie bestaat verder uit de Rotterdamse Mobiliteit Centrale B.V. en Zorgvervoercentrale Nederland B.V.
Afgelopen vier jaar ook al combinatie Transvision
De combinatie van vervoerders aan wie het Valys-vervoer voor de periode 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2022 voorlopig is gegund, neemt deze opdracht ook al sinds 1 januari 2014 voor zijn rekening. Dat contract liep op 30 september vorig jaar en kon daarna nog drie keer worden verlengd. De toenmalige staatssecretaris, Martin van Rijn, besloot dat echter niet te doen. Al sinds de gunning lopen er juridische procedures over deze opdracht. Zo tekende verliezend inschrijver Connexxion bezwaar aan, al liep dat op niets uit.
Vooral gebaseerd op kwaliteit
De criteria zijn voor tachtig procent gebaseerd op kwaliteit en voor twintig procent op prijs. Bij kwaliteit is er onder andere gekeken naar het gemak om verschillende soorten vervoer te combineren, communicatie met de reiziger en innovatie.
De andere vier partijen die meededen aan de aanbesteding kunnen nog tot en met 8 maart 2018 bezwaar maken tegen de beslissing van het ministerie.