Middelburg – Waterschap Scheldestromen hergebruikt gezuiverd water van de rioolwaterzuiveringen Walcheren (Ritthem) en Willem Annapolder (Kapelle) en stuurt dit tijdelijk terug het achterliggende gebied in.
Dit wordt gedaan om de waterkwaliteit goed te houden, maar ook om de waterpeilen in de sloten op hoogte te houden in deze droge periode. Normaal wordt gezuiverd water van deze twee zuiveringen afgevoerd naar het buitenwater. In totaal heeft waterschap Scheldestromen vijftien zuiveringen waarbij het gezuiverde water, eventueel via het slotenstelsel, naar het buitenwater wordt afgevoerd.
Doseren en controleren
Het gezuiverde water wordt gedoseerd en gecontroleerd in de sloten gebracht zodat de waterkwaliteit in het slotenstelsel nauwlettend in de gaten kan worden gehouden. Deze maatregel wordt nu alleen bij droog weer toegepast. Zodra er neerslag valt, stopt het waterschap met deze maatregel omdat dan de samenstelling van het rioolwater (en dus ook het gezuiverde water) kan veranderen.
Beregening
De voorwaarden voor het onttrekken van oppervlaktewater voor beregening blijven hetzelfde, dit is alleen toegestaan met vergunning en wanneer het water in de sloten boven het gestelde waterpeil staat.
Problemen door droogte
Door langere periodes van droogte, dreigt er verzilting te ontstaan in de rivieren. Omdat de wateraanvoer via rivieren zo laag is, wordt het water van de zee, dat met de vloed landinwaarts komt, bijna niet meer terug gespoeld de zee in. Daardoor komt het zoute water steeds verder het land in. Dit proberen de waterschappen door middel van goed beheer zo veel mogelijk tegen te houden. Door verzilting is er meer kans op vissterfte, botulisme en blauwalg. Ook maakt een lage waterstand de scheepvaart bijna onmogelijk.
Er is veel bedrijfsmatig scheepsverkeer door de rivieren, wat goed is voor de handel en de economie. Maar wanneer het waterpeil te laag wordt, kunnen schepen hun losplaatsen niet meer bereiken en stagneert de handel. Wat ondernemers veel geld kost.
Door het oplopen van de temperatuur van het rivierwater, kunnen elektriciteit centrales hun koelwater niet meer lozen. Dit kan vissterfte, botulisme en blauwalg veroorzaken.
Wanneer de waterstanden in de sloten te laag wordt, kunnen dijken uitdrogen waardoor daar zwakke plekken in komen, met gevaar op lekkages. de dijken worden er zwakker door en bieden dan minder bescherming.
Wanneer de waterstand in sloten te laag wordt, kunnen dijken uitdrogen. Dat kan lekkages veroorzaken en maakt de dijken minder sterk. Door verzilting van het water, komt er veel schade aan de natuur. Planten en dieren sterven voordat het zout uit de bodem is.
Daarom is het goed dat de waterschappen goed rekening houden met natte en droge periodes. Te weinig water is net zo schadelijk als te veel water.