De komende vijf jaar moeten er 12 extra woonwagenstandplaatsen bijkomen in de gemeente Rheden. Dat staat in het nieuwe woonwagenbeleid dat het college van burgemeester en wethouders voorlegt aan de gemeenteraad.
In 2014 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat de eigen cultuur van woonwagenbewoners gerespecteerd moet worden. Overheden en woningcorporaties zijn verplicht om de cultuur van woonwagenbewoners te beschermen en te faciliteren. Dit betekent onder andere dat gemeenten ervoor moet zorgen dat er voldoende standplaatsen voor woonwagens beschikbaar zijn.
Behoefteonderzoek
De gemeente Rheden heeft vorig jaar onderzocht wat de behoefte aan woonwagenstandplaatsen binnen de gemeente is. Uit dit onderzoek blijkt dat er in de periode 2023-2028 behoefte is aan 12 extra standplaatsen. Daarbij gaat het om circa 6 sociale huurwoonwagens, 4 sociale huurstandplaatsen met eigen woonwagens en 2 koopstandplaatsen.
Op dit moment zijn er in totaal 24 standplaatsen voor woonwagens in de gemeente Rheden, verspreid over de dorpen. Dit jaar onderzoekt de gemeente samen met Vivare de mogelijkheden om de 12 extra standplaatsen te realiseren. Daarbij wordt eerst gekeken of uitbreiding van de al bestaande woonwagenlocaties mogelijk is. Als uitbreiding van de bestaande locaties onvoldoende standplaatsen oplevert, dan wordt volgend jaar verkend waar eventueel nieuwe locaties gerealiseerd kunnen worden.
Woonwagenbeleid
Het woonwagenbeleid is in samenspraak met de woonwagenbewoners uit de gemeente tot stand gekomen. In april 2022 is er een bewonersavond gehouden voor alle woonwagenbewoners. Op deze avond hebben de bewoners meegedacht over het woonwagenbeleid. Ook de woningcorporaties Vivare en Veluwonen zijn vanaf het begin bij dit proces betrokken geweest.
Op dit moment werkt de nieuwe bewonerscommissie met de gemeente en corporaties aan nieuwe toewijzingsregels voor de nieuwe standplaatsen. Daarbij staan afkomst en familiebanden centraal. Op die manier wordt het behoud van de woonwagencultuur binnen de gemeente Rheden gewaarborgd.
Wethouder Gea Hofstede: “Het is belangrijk dat onze woonwagenbewoners en hun kinderen een eigen plek krijgen in onze gemeente, zodat ze kunnen wonen op de manier zoals zij dat willen. Dat regelen we met dit woonwagenbeleid.”
Financiering
Vanwege de hoge onrendabele top van een sociale huurwoonwagen (ca. € 150.000) en een sociale huurstandplaats met eigen woonwagen (ca. € 130.000) stelt het college de raad voor om als gemeente € 50.000 per standplaats te investeren en de grond in erfpacht uit te geven. Het nieuwe woonwagenbeleid wordt op 11 april besproken in de voorbereidende raad. Op 26 april neemt de raad hierover een besluit.