Kinderboerderijen De Vechtse Hoeve in Maarssen en Otterspoor in Maarssenbroek en Dierenweide Breukelen krijgen vier jaar lang een extra financiële impuls. Wethouder Frank van Liempdt, verantwoordelijk voor dierenwelzijn, reikte 13 juli 2023 symbolisch cheques uit aan de drie organisaties. In het coalitieakkoord is afgesproken om extra financiële middelen beschikbaar te stellen, na eerdere noodkreten van de kinderboerderijen.
4 jaar lang extra voor kinderboerderijen en dierenweide
Er is vier jaar lang (2023-2026) € 70.000,- per jaar beschikbaar bovenop de reguliere subsidiering. De kinderboerderijen ontvangen ieder € 31.500,- en de dierenweide € 7.000,-. Met de huidige subsidiering kunnen alleen de hoognodige zaken bekostigd worden, zoals het voederen van de dieren en wat onderhoudswerk. Deze extra impuls is nodig om bijvoorbeeld dierenverblijven te vervangen of het straatwerk onder handen te nemen.
Wethouder Frank van Liempdt: “Het zijn belangrijke ontmoetingsplaatsen in onze gemeente. Waar kinderen heerlijk spelen, ouders met elkaar in gesprek raken en je alles te weten kan komen over dier en natuur. De financiële impuls is noodzakelijk voor het behoud van deze prachtige voorzieningen voor de langere termijn.”
De vertegenwoordigers van de kinderboerderijen en de dierenweide zijn blij met de extra financiën. Nicole Jongerius, voorzitter van Kinderboerderij Otterspoor: “Eindelijk kunnen we het straatwerk onder handen laten nemen, zodat ook mensen met een kinderwagen of rolstoel zich prettiger over het terrein kunnen bewegen.”
Extra geld komt goed van pas
Adrie Slinger en Chris Ester van Kinderboerderij De Vechtse Hoeve: “Wij zijn druk bezig met de bouw van een nieuw hoofdgebouw en kunnen dit geld hieraan heel goed besteden. We doen alles al zoveel mogelijk zelf met vrijwilligers om kosten te besparen, maar materialen zijn tegenwoordig erg duur.”
Dick Wismeijer van Dierenweide Breukelen: “Ik wilde het eerst niet geloven, maar ben er erg blij mee. Het geld is zeer welkom om zaken op orde te brengen op de dierenweide. We gaan met de vrijwilligers kijken wat we als eerste aanpakken.”