‘Het is één uur ’s nachts als op het bureau de melding binnenkomt dat een naakte man in het centrum zomaar mensen op straat aanvalt. De man is heel agressief: hij bijt, schopt, slaat en spuugt. Hij heeft de voordeur van zijn woning ingetrapt. Twee collega’s gaan erop af, ik rijd achter ze aan, samen met mijn diensthond Tommie. Bij dit soort meldingen weet je nooit hoe het kan escaleren, dus ik ga mee om bijstand te verlenen.
Als we op het adres aankomen, vertellen geschrokken omstanders dat de man weer naar binnen is gegaan. Onderaan het portiek horen we niets. Na overleg besluiten we de woning in te gaan, om te kijken of het goed met de man gaat. Ik besluit Tommie in de auto te laten: we gaan naar binnen om hulp te verlenen. Bovendien weten we dat het eenkamerwoningen zijn, met heel weinig manoeuvreerruimte voor drie agenten en een grote hond. Als we bij de man op de drempel staan, slaat een penetrante urinegeur ons tegemoet. De hele grond ligt vol met plas. We zien de man meteen: hij ligt naakt op bed. Hij heeft een baardje en is stevig gebouwd. We spreken hem aan maar hij reageert helemaal nergens op.
Vechten
Een van de collega’s loopt het trappenhuis in en belt daar met de GGZ om te overleggen of de man door een psychiater gezien moet worden. Ik sta bij de deur, mijn andere collega, die nog in opleiding is, staat bij de man op het bed. Ineens begint de naakte man onverstaanbaar te zingen, terwijl hij met zijn hoofd rare bewegingen maakt. Dan staat hij op en terwijl hij mijn collega strak aankijkt, komt hij dreigend op hem af. ‘Die komt niet om te praten, dit wordt vechten’, flitst het door mijn hoofd. Als de man mijn collega aanvalt, duwt deze hem uit zelfbescherming naar achteren.
Stroomstootwapen
Ik denk heel veel in een seconde. Mijn collega is aspirant en in gevaar. De man is totaal niet aanspreekbaar en gaat niet vrijwillig meewerken. In de keuken zie ik een messenblok met messen, zo voor het grijpen. Dit kan helemaal misgaan. Een gevecht met vuisten en wapenstok in deze kleine ruimte gaat niet werken. De grond ligt vol urine, we hebben geen grip. Pepperspray kun je niet gebruiken in een afgesloten ruimte, anders raak je zelf onder invloed. Het stroomstootwapen dus. Dan is de man in één klap weerloos en kunnen we hem overmeesteren.
Bedreiging
De man komt op mijn jonge collega af voor een nieuwe uithaal. Die zit klem tussen de man en het aanrecht. Ik trek het stroomstootwapen, waarschuw de man en richt gelijktijdig de twee laserpuntjes op zijn borst en bovenbeen. ‘Staak je verzet of ik zet het stroomstootwapen in.’ Zodra ik het zeg, draait de man zich om en komt hij op mij af, om me te slaan. Ik ben nu de bedreiging. Ik vuur het wapen af, de man gaat naar de grond. Al zijn spieren verkrampen. Mijn collega’s doen hem razend snel de handboeien om. Binnen een paar tellen begint hij weer te zingen, alsof hij geen stroomstoot heeft gekregen. De man wordt met de ambulance naar een GGZ-instelling gebracht, wij zijn in orde.
Uitgeschakeld
Als hondengeleider komen wij vaak in actie als het geweld al is geëscaleerd. We hebben de beschikking over veel geweldsmiddelen: het vuurwapen, de diensthond, de lange en korte wapenstok, pepperspray en nu ook het stroomstootwapen. We kunnen opschalen en afschalen, al naar gelang het geweldsniveau. Ik was blij dat ik kon kiezen voor het stroomstootwapen en dat het werkte. Ik kon op veilige afstand blijven, de man was in één keer uitgeschakeld, zonder letsel voor hem of ons. Als we fysiek met hem hadden moeten vechten in die kleine ruimte was er veel meer geweld aan te pas gekomen en dus ook letsel.’
Stroomstootwapen
De politie startte in februari vorig jaar in vier eenheden een pilot met stroomstootwapens. Politiemensen van basisteams in Zwolle, Amersfoort, eenheid Noord-Nederland en de hondengeleiders in de eenheid Rotterdam hebben sinds februari 2017 het stroomstootwapen in hun uitrusting. Nu de pilot per 1 februari 2018 is afgelopen, wordt de eindevaluatie opgemaakt door de Politieacademie. De evaluatie is naar verwachting voor de zomer klaar en wordt dan met een advies aangeboden aan de minister van Justitie en Veiligheid. Minister Grapperhaus kan vervolgens in afstemming met de Tweede Kamer besluiten het geweldsmiddel al of niet toe te voegen aan de politie-uitrusting. Tot die tijd mogen de speciaal opgeleide collega’s die aan de pilot mee deden (in Zwolle, Amersfoort, Rotterdam en de Eenheid Noord-Nederland) het wapen blijven gebruiken. Meer weten? Kijk op politie.nl
Stap naar voren
Elke dag weer komen politieagenten in gevaarlijke situaties terecht. Waar anderen een stap terug doen, stappen politiemensen naar voren. Desnoods met gevaar voor eigen leven. Voor de veiligheid van anderen. Soms staan ze daarbij voor grote dilemma’s. En moeten ze in luttele seconden beslissen.