Binnenland – Zes Vestia-gemeenten brachten een bezoek aan de Tweede Kamer om hun zorgen te uiten over de voorgenomen verkoop van meer dan 10.000 sociale huurwoningen door de noodlijdende woningcorporatie Vestia. Hierbij waren de woonwethouders, dhr. Van der Stee (Westland), dhr. Schoon (Brielle), dhr. Proos (Barendrecht), dhr. Hordijk (Zuidplas), dhr. Van Kuppeveld (Pijnacker-Nootdorp), en mevr. Theuws (Bergeijk) aanwezig.
Sociale woningvoorraad
Om haar financiële positie te verbeteren gaat Vestia haar woningbezit in de Zes Vestia-gemeenten afstoten. Wethouder Manon Theuws, van gemeente Bergeijk: ‘De betreffende 10.000 woningen in onze gemeenten, waarvan 450 in Bergeijk, zijn vanuit het volkshuisvestelijke belang hard nodig om te behouden voor de sociale huurvoorraad. Een passende oplossing dient te worden gevonden door overname van deze woningen door andere in de regio actieve woningcorporaties. Als dit niet lukt, verliezen we een groot gedeelte van onze, al te krappe, sociale woningvoorraad en dat is voor ons onacceptabel.’
Proces
Het ministerie van BZK heeft een bestuurlijk regisseur aangesteld om de Vestia-problematiek te inventariseren en met oplossingsrichtingen te komen. In zijn rapport van juli 2019 heeft hij geadviseerd dat Vestia het woningbezit overdraagt (verkoopt) aan lokale corporaties. De onderhandelingen lopen op dit moment. De gemeenten doen een oproep aan de Tweede Kamerleden om bij te dragen aan een draaglijke oplossing voor alle partijen en om de liberalisering van de woningen van Vestia gedurende dit proces te bevriezen.