Al weken staat de wereld op zijn kop door het coronavirus. De afgelopen weken werden contacten beperkt en moest iedereen afstand houden. Vrijwilligers en mantelzorgers blijven zich belangeloos inzetten, soms noodgedwongen op creatieve manieren. En veel nieuwe initiatieven zijn ontstaan. De gemeente spreekt haar trots uit naar iedereen die belangeloos iets voor een ander doet.
Vrijwilligers en mantelzorgers
Wethouder Bragt: “We hebben ontzettend veel respect voor mantelzorgers en vrijwilligers die (structureel) belangeloos iets doen voor een ander om samen door deze periode heen te komen. De maatregelen om afstand te houden en contacten te beperken maken dat sommigen zich eenzaam voelen en vragen om creativiteit van mantelzorgers en vrijwilligers om een ander te kunnen (blijven) helpen. Dan is het des te belangrijker dat we naar elkaar omzien.”
Iets doen voor een ander is waardevol
Een mooi voorbeeld van vrijwilligerswerk zien we in Aalst. Martien den Dekker (80) weet maar al te goed hoe waardevol het is wanneer anderen zich om je bekommeren. Tien jaar terug verloor hij zijn echtgenote nadat hij haar acht jaar lang intensief als had verzorgd. Hij behoorde toen dus tot de groep mantelzorgers. Een loodzware periode voor Martien, waarin hij hulp nodig had. Een van de adviezen: ga iets voor anderen doen! Maaltijden bezorgen voor ‘Tafeltje Dekje’ bijvoorbeeld. “Daar heb ik nooit spijt van gehad. Heel dankbaar werk. In deze periode ook wel zwaar hoor. Want ik kan dat praatje nu niet maken met de mensen. Maar ik roep wel altijd hard hun naam en dan zie ik ze binnen vaak lachen naar me. Alleen al daarvoor doe je het.”
Trots op
De gemeente is trots op iedereen die in coronatijd elkaar steunt. “Wij zijn enorm trots op iedereen in onze gemeente. Wij zien mooie initiatieven, groot en klein, om elkaar door de coronacrisis heen te helpen. De creativiteit en vindingrijkheid is groot in onze gemeente. We kijken naar elkaar om en zorgen voor elkaar. Dat vinden wij prachtig om te zien en daar zij wij trots op”, aldus burgemeester Van Maaren. ‘Komende weken zetten wij iedere keer een andere groep in het zonnetje’