4.7 C
De Bilt

Last onder dwangsom aan Staat wegens verontreinigde grond in Hulst

Hulst – De gemeente Hulst legt De Staat der Nederlanden een last onder dwangsom op om uiterlijk 1 juli 2022 het plan van aanpak te presenteren met concrete maatregelen gericht op het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van de verontreiniging en de directe gevolgen daarvan als gevolg van de uitloging van de TGG (Thermisch Gereinigde Grond). Het gaat hierbij om TGG die is toegepast bij de aanleg van de zuidelijke en westelijke Zeedijk en de versteviging van de koppeldijk bij Walsoorden.

Last onder dwangsom van 5 miljoen

Bovendien moet het plan van aanpak maatregelen bevatten die verdere verontreiniging voorkomen. Dit plan van aanpak moet voorgelegd worden aan het college van de gemeente Hulst en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland. De dwangsom wordt bepaald op een bedrag van € 5.000.000 ineens.

Gedeeltelijk gehoor handhavingsverzoek

Hiermee geeft de gemeente gedeeltelijk gehoor aan het handhavingsverzoek van enkele agrariërs gericht op het gebruik van TGG in de Zeedijk bij Walsoorden. Het verzoek om de Staat te gelasten de dijk af te graven, wijst de gemeente af. Alle ons ter beschikking staande rapporten geven aan dat er op dit moment geen sprake is van gevaar voor mens, dier en milieu. Daarom acht de gemeente het nu niet noodzakelijk om direct contact van
de dijk met het omliggende gebied te voorkomen.

Onduidelijk over verwijderen TGG enige maatregel is

Op dit moment is nog niet duidelijk dat het verwijderen van de TGG de enige maatregel is om aan de wettelijke zorgplicht te kunnen voldoen. Om te bepalen wat de geëigende manier is om invulling te geven aan de zorgplicht, is nader onderzoek nodig. Dit onderzoek wordt momenteel in opdracht van Rijkswaterstaat
uitgevoerd.

Achtergrond van het besluit

Het handhavingsverzoek richt zich op artikel 13 van de Wet Bodembescherming (Wbb) en artikel 7 van het Besluit Bodemkwaliteit (Bbk). Deze artikelen bepalen dat “een ieder die op of in de bodem handelingen verricht dan wel bouwstoffen, grond of baggerspecie toepast, en die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat hierdoor de bodem en/of een oppervlaktewaterlichaam wordt verontreinigd of aangetast, verplicht is alle maatregelen te nemen”. Deze maatregelen moeten redelijkerwijs kunnen worden gevergd en moeten zich richten op het voorkomen, beperken of zoveel mogelijk ongedaan maken van de verontreiniging.

Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat heeft diverse onderzoeken laten uitvoeren. Ook op dit moment worden er nog steeds onderzoeken gedaan. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er verhoogde waardes aan verontreinigende stoffen in het grondwater en oppervlaktewater aanwezig zijn. Hiermee is dus sprake van een verontreiniging van het grondwater en dus van de bodem. Uit de onderzoeken blijkt ook dat de verontreinigingen zijn toe te rekenen aan de gebruikte TGG. De Staat heeft op dit moment nog geen maatregelen getroffen om de verontreiniging te beperken of ongedaan te maken.

Conclusie

De gemeente Hulst is van oordeel dat de Staat niet voldaan heeft aan de zorgplicht tot het nemen van maatregelen die redelijkerwijs hadden mogen worden gevergd. Hierdoor wordt niet voldaan aan de artikelen 13 Wbb en 7 Bbk.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Nieuws uit deze regio