Het voormalige Rabobankgebouw aan de Dorpsstraat 62 in Castricum wordt tijdelijk verhuurd aan de gemeente. Burgemeester Karen Heerschop en Nienke Hopman van Biesterbos Groep hebben hiervoor de overeenkomst getekend. Het gebouw biedt ruimte voor de huisvesting van ongeveer 35 Oekraïense vluchtelingen; mannen, vrouwen en kinderen.
Burgemeester Karen Heerschop: “Beide partijen vinden het belangrijk dat er op korte termijn extra opvangplekken worden gecreëerd in de gemeente Castricum. Ik vind het erg fijn dat het gelukt is om het Rabobankgebouw hiervoor in te zetten.”
Voormalig Rabobankgebouw tijdelijk opvangplek voor Oekraïners
De gemeente Castricum heeft de opdracht om minimaal 153 opvangplekken te realiseren voor het opvangen van Oekraïense ontheemden. Op dit moment voldoet de gemeente niet aan deze inspanningsverplichting van het Rijk. Met de inzet van het Rabobankgebouw creëert de gemeente 35 extra opvangplekken voor Oekraïense ontheemden. De gemeente gaat de locatie huren voor een periode van één jaar, met optie tot verlenging. De kosten voor de opvang van Oekraïense ontheemden worden volledig vergoed door het Rijk.
Supermarkt
De huidige eigenaar van het Rabobankgebouw, Symbion Vastgoed (een samenwerking tussen Cambium Holding, onderdeel van Biesterbos Groep en Furria Holding) is ook eigenaar van de naastgelegen winkels aan het Bakkerspleintje. Het gebouw is in juni 2023 aangekocht met de intentie hier een supermarkt te vestigen en zo te investeren in de levendigheid en economische kracht van het dorpscentrum. De positieve bijdrage van een tweede supermarkt in de dorpskern wordt onderschreven in het Detailhandelsbeleid van de gemeente.
Nienke Hopman meldt dat het ruimtelijk deel van de aanvraag omgevingsvergunning inmiddels is ingediend. “Aangezien de benodigde uitwerking en afstemming enige tijd in beslag gaat nemen, biedt het de mogelijkheid om de tijdelijke opvang van Oekraïense vluchtelingen te faciliteren. De gemeente laat het gebouw gereedmaken voor bewoning en is aanspreekpunt voor het tijdelijke gebruik van het pand.”
