Eindhoven en Helmond willen in 2030 al klimaatneutraal zijn. Om dat te bereiken gaan de gemeenten de komende 10 maanden met inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en professionals in gesprek om te komen tot een Klimaatcontract. Voor de uitvoering van deze ambitieuze klimaataanpak rekenen ze ook op steun vanuit de EU en het Rijk.
Missie Europa
Eindhoven en Helmond zijn als duo-stad geselecteerd om deel te nemen aan de Europese missie ‘Klimaatneutrale en Slimme Steden’. Die steden wisselen onderling kennis en ervaringen uit over hun klimaataanpak én ze delen de lessen die ze opdoen met andere Europese steden. De koplopers willen zo de rest van Europa ook helpen in het realiseren van klimaatdoelen.
“We kunnen dit niet alleen, daarom werken we intensief samen met partners binnen en buiten onze gemeenten”, stelt de Eindhovense wethouder Rik Thijs. “Ook de steun vanuit Brussel en Den Haag is essentieel, zowel financieel als in de aanpassing van regels.”
De steden lanceren hun aanpak in de week dat wereldleiders in Egypte bijeen zijn op de jaarlijkse wereldwijde klimaattop. Volgens de Helmondse wethouder Arno Bonte is dat geen toeval. “De effecten van de klimaatcrisis worden steeds zichtbaarder. Steden en landen moeten veel meer doen om ontwrichtende klimaatverandering te voorkomen. Wij laten zien dat dat kan.”
Dialoog met de stad Eindhoven
Om te komen tot een gedragen Stedelijk Klimaatcontract gaan de twee steden in gesprek met inwoners, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen. Hiervoor worden twee klimaatconferenties voor een breed publiek in beide steden georganiseerd. De eerste klimaatconferentie vindt plaats in februari.
Ter voorbereiding op de twee klimaatconferenties vinden drie stakeholderbijeenkomsten (labs) plaats. Deze labs worden gehouden met een afvaardiging van partners in de stad. De eerste staat gepland in januari. Helmond en Eindhoven bereiden dit gezamenlijk voor, maar de bijeenkomst zal per stad plaatsvinden. In het eerste lab beogen de steden commitment op de missie en inzicht op wat er moet veranderen.
Centraal daarin staat de vraag: welke doorbraken zijn nodig? In het tweede lab worden er gezamenlijke oplossingen gedefinieerd om tot doorbraken te komen aan de hand van de vraag: wat hebben we van elkaar nodig? Om vervolgens bij het laatste lab te komen tot concrete afspraken.
Klimaatconferenties
Tijdens de klimaatconferenties worden de resultaten uit de labs teruggekoppeld en verrijkt op basis van reacties uit de samenleving. Voor de zomer van 2023 hebben we input uit onze steden opgehaald en leggen we het Klimaatcontract vast. Hieruit wordt duidelijk wie welke bijdrage levert en wat er nodig is om onze steden in 2030 fossielvrij, circulair en klimaatbestendig te maken.
